Robert van Rooyen

Machinist

“Voordat ik bij Freesmij in dienst kwam was ik internationaal chauffeur. Ik reed met de vrachtwagen door heel Europa. Na 19 jaar vond ik het tijd voor een nieuwe uitdaging. Wilde altijd al iets in de wegenbouw doen, maar wist nog niet precies wat.

Tijdens een rit in Zweden luisterde ik naar het programma ‘Onderweg’ van de Wereldomroep. Zij hadden een interview met Henk Vreeswijk, directeur van Freesmij. Alhoewel ik nog nooit van Freesmij had gehoord, sprak het bedrijf me direct aan. Thuis stuurde ik een sollicitatie en werd vrij snel daarna uitgenodigd voor een gesprek. Om een goed gevoel te krijgen bij het werk, gaf ik tijdens dit gesprek aan dat ik een hele dag wilde meelopen met een ervaren machinist. Dat kon. Tijdens deze dag zag ik wel dat ik in een compleet andere wereld terecht zou komen. Van werk op de weg, naar werk aan de weg! Maar dat leek me wel wat! Er volgde nog een tweede gesprek en werd aangenomen.

De eerste week bij Freesmij liep ik mee in de werkplaats. Verschillende type machines leren kennen en sleutelen. Daarna kon ik als derde man mee op een grote machine. In eerste instantie denk je, dat het werk allemaal wel meevalt. Maar al snel krijg je door dat het veel meer inhoudt dan in eerste instantie gedacht. De interne opleiding duurt zo’n 13 weken. Na 8 weken had ik het gevoel dat het wel iets kon gaan worden. Maar voordat je durft te zeggen dat je een redelijke machinist bent, ben je wel een jaar tot 1,5 jaar verder. Wat belangrijk is, dat je gevoel voor techniek hebt, graag wilt sleutelen en niet bang bent voor vieze handen. Onderschat ook niet dat je altijd buiten bent, in weer en wind,  zon en regen, dag of nacht.

Wat ik leuk vind aan het werk is dat je min of meer eigen baas bent en alles zelf kunt regelen. Dat betekent dat je verantwoordelijkheid moet nemen om de klus te klaren. Je hebt veel contacten met verschillende mensen en je bent bijna iedere dag op een andere plek in Nederland. Vóór aanvang van de klus loop je eerst met de uitvoerder over het werk en luister je naar wat hij wil. Het is mooi als je daar je eigen ervaringen aan kunt toevoegen, zodat je het werk op de meest efficiënte manier kunt uitvoeren. Vervolgens bespreek je dit samen met je maat en ga je aan de slag. Ik loop zelf het liefst met de machine mee, want daar gebeurt het werk en houd je goed overzicht.

Een aanzet in het werk maken, trapfrezen, het overgaan van cijfers naar procenten of juist teruggaan van procenten naar cijfers. Dat alles kan een werk complex maken. Je moet de machine constant anders instellen. Ook moet je blijven rekenen en onthouden hoe je de machine hebt ingesteld. Maar dat vind ik eigenlijk het leukste werk. Als je mij vraagt, wil je vandaag een sloopklus of een kruispunt met heel veel cijfers, dan kies ik voor het laatste. Dat vind ik een uitdaging! Als je vervolgens aan het eind van de werkdag een mooi stukje freeswerk achterlaat, dat er strak uitziet en waarover de uitvoerder tevreden is, is dat de kroon op je werk. Dat geeft mij voldoening. 

Bij Freesmij ben ik in eerste instantie opgeleid op een 1.50 machine. Daarna volgden een 2.10 en een halve meter machine. Nu werk ik veel op een 2.20 machine, soms ook op een 3.80-er. Het is een mooi bedrijf. Alles is goed geregeld. Ik heb nog geen seconde spijt gehad van mijn overstap uit de transportwereld. Met wisselende diensten of weekendwerk heb ik geen moeite. Binnen mijn thuissituatie past dit prima. Mijn partner er ik hebben er beiden geen problemen mee. Het harde werken, dat bevalt me zeker. Toch ben ik ook blij als het in de winterperiode rustiger is. Klusjes thuis spaar ik op en voer ik dan uit. Of ik ga samen met mijn partner een weekje naar de zon. Even wat meer tijd voor elkaar.

Ik heb het goed naar mijn zin bij Freesmij. Omdat er geen (externe) opleiding is voor het vak Freesmachinist, heb ik een paar jaar geleden mijn EVC-diploma gehaald. Het vertegenwoordigt een diploma op MBO niveau 3. En daar ben ik best trots op. Ik zie het als een officiële erkenning van mijn vakmanschap”.